Onder mama’s vleugels
Nestblijvers: de groep dijt uit. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen het ouderlijk huis verlaten is gestegen tot gemiddeld 24,6 jaar. ,,Als er vrienden langskomen, hangen we op mijn eenpersoonsbed.”
Desirée Boom is 33 jaar oud en woont nog bij haar ouders thuis in Hoogeveen. ,,Ik heb nooit een baan met een vast contract gekregen. Ik werk als zelfstandig fotograaf en evenementenplanner. Ik zou wel een eigen huis kunnen krijgen via de woningstichting, maar en mijn inkomen was nooit hoog genoeg om huur te kunnen betalen. Eigenlijk vind ik het ook gewoon heel erg gezellig om thuis te wonen. Er is altijd iemand, we eten met elkaar en we hebben dezelfde interesses dus altijd wat om over te praten. We gaan ook nog steeds met z’n allen op vakantie. Mensen vinden het soms raar, maar ik vind het vooral gezellig.
Het enige nadeel eigenlijk is ruimtegebrek. Ik slaap nog steeds op de kamer waar ik als kind ook in sliep. Dat is niet heel groot, ongeveer drie bij vier. Als er dan vrienden langskomen zitten we wel krap, een beetje hangen op het bed. Toen ik een vriendje had bleef hij ook bij mij in het eenpersoonsbed slapen. Soms zijn mijn ouders er niet of gaan ze weg, dan kunnen we gewoon in de woonkamer zitten.
Mijn ouders en ik houden altijd rekening met elkaar, dat hoort bij het samenwonen. Degene die het eerst thuis is kookt. Ik bel mijn moeder als ik niet mee-eet en we maken nooit ruzie over bijvoorbeeld de televisie. We hebben ook meerdere tv’s en een tablet dus dat is niet zo lastig. Als ik tijdelijk goed verdien betaal ik kostgeld. Niet veel hoor, rond de 75 euro. Verder kan ik lekker sparen.
We dromen er wel eens van om een groot huis te kopen en daar lekker met z’n drieën te gaan wonen. Een huis waarbij ik een eigen ingang heb en een eigen woonkamer. Dan woon ik semi op mezelf, maar wel fijn bij mijn ouders. Dat zou ideaal zijn.”
De meest recente cijfers laten zien dat jongeren in 2016 gemiddeld op de leeftijd van 24,6 jaar zelfstandig gaan wonen. Dat is een jaar later dan in 2006, toen gingen jongeren gemiddeld op 23,6 jarige leeftijd het nest verlieten.
Wim Meeus, hoogleraar adolescentie aan de universiteit Utrecht en ontwikkelingspsychologie aan de universiteit Tilburg denkt niet dat de late leeftijd waarop jongeren het huis verlaten heeft nou per se uit vrije wil gebeurt. ,,Het heeft toch vooral te maken met de economie. Heb je een baan? Partner? Kan je een eigen huis betalen?
Zeker is dat jongeren langer in het onderwijs blijven, vaker flexibele contracten hebben en minder vaak een vaste baan krijgen. Ook hebben jongeren minder vaak een koophuis.
Daar komt wel bij dat jongeren tegenwoordig ook bij hun ouders thuis onbeperkte vrijheid hebben. Het eikpunt wat we daarvoor gebruiken is de vraag of het vriendje of vriendinnetje mag blijven slapen en dat mag tegenwoordig bijna overal. Vroeger was er nog echt iets te winnen bij het zelfstandig wonen, dat is nu veel minder. Meisjes vertrekken wel iets eerder dan jongens, waarschijnlijk omdat er toch vaker een beroep op hen wordt gedaan om te helpen in het huishouden.
Ik ga er trouwens wel van uit dat ouders het best laat vinden, 24,6 gemiddeld.”
Ilja Mirjam uit Delft hoopt dat haar 23-jarige dochter snel een eigen huis vindt. ,,Mijn driekamerflat is gewoon te klein. Mijn dochter werd zwanger en de relatie met haar vriend ging uit. Ze bleef dus thuis wonen, met haar kind dat inmiddels twee jaar oud is. Ze betaalt geen kostgeld, zolang ze bij mij woont kan ze sparen voor een eigen huis straks. Ik wilde per se dat de baby een eigen kamer kreeg dus we hebben een beetje verbouwd. Ik heb een schot in de woonkamer laten plaatsen. Daar slaap ik achter. Mijn oude slaapkamer is nu de babykamer.
Het is eigenlijk veel te krap maar gelukkig zijn er ook voordelen. In de eerste plaats is het natuurlijk heel gezellig. Verder is het gewoon heel handig. Ik heb flexibele werktijden en ik pas op mijn kleindochter op de momenten dat mijn dochter werkt, uit wil gaan of gaat sporten. Het grote probleem is het gebrek aan privacy.”
Bart Pols (31) bleef tot zijn 27ste bij zijn ouders thuis in Waalwijk wonen. Niet uit geldgebrek of woningnood, maar omdat hij het heel fijn vond om bij zijn ouders te wonen. ,,Ik zag geen enkele noodzaak om het huis uit te gaan. Het huis was groot genoeg, mijn kleren werden gewassen, ik hoefde niet te koken en kon gewoon mijn gang gaan. Ik werk in het familiebedrijf en na het werk gingen we samen naar huis, eten en verder praten. Veel over het werk. Heel handig en gezellig. Omdat ik nooit kostgeld heb betaald kon ik lekker sparen.
Toen mijn jongere broertje op zijn 25ste op zichzelf ging wonen begon ik me pas af te vragen of het voor mij ook niet eens tijd werd om de deur uit te gaan. Mijn ouders vonden het geloof ik ook tijd worden, want ik kreeg steeds vaker hints. Dan hadden ze bijvoorbeeld een leuke woning gezien en vroegen zich af of het niks voor me was.
Toen ben ik op zoek gegaan naar een eigen huis. Ik wilde echt op mezelf wonen en niet samenwonen met mijn vriendin. Vooral om alles eerst eens zelf te doen en eigen ervaring op te doen. Gelukkig maar, want het ging uit, vlak nadat ik mijn eigen appartement had.
Het eerste jaar op mezelf moest ik echt een beetje mijn weg vinden, maar vanaf het begin wist ik wel zeker dat ik niet terug zou willen naar de oude situatie. Achteraf heb ik heb er geen spijt van dat ik niet eerder bij mijn ouders ben vertrokken. Ik vind het wel jammer dat ik nooit in een studentenhuis heb gewoond. Achteraf lijkt me dat een hele leuke ervaring.”
Huis voor meer generaties
‘’We krijgen tegenwoordig vaak de vraag om huizen geschikt te maken voor meerdere generaties”, vertelt Arno de Ruiter van HDK architecten uit Rotterdam. ,,Het gaat vaak om gezinnen die samen met hun ouders willen wonen, maar ook om jongeren die bij hun ouders blijven. We kunnen de ruimte hier op verschillende voor inrichten. Als het huis groot genoeg is, kunnen we het verbouwen. In andere gevallen kunnen we een stuk aanbouwen aan het huis of een volledig zelfstandige woning realiseren in de tuin. De belangrijkste eis in alle gevallen is zelfstandigheid. Ouders en kinderen hebben een eigen ingang nodig en moeten zich ook af kunnen sluiten van het gezamenlijke gedeelte van het huis. Verder moet er rekening worden gehouden met de toekomst. Degene met de grootste ruimtevraag krijgt het grootste gedeelte van het huis. Dat kan echter in de toekomst wisselen. Als de volwassen kinderen een gezin stichten kunnen ze van ruimte wisselen met de (groot)ouders. Daar moet tijdens de verbouwing al rekening mee worden gehouden. Als de zoon een huisje in de tuin betrekt, moet die tuinwoning ook geschikt zijn om later eventueel als seniorenwoning te dienen. Bijvoorbeeld door al rekening te houden met een instapdouche en een stopcontact in de gang om de rolstoel op te laden.”
Kostgeld
Het NIBUD raadt ouders aan om kostgeld te vragen aan hun thuiswonende kinderen. Kostgeld is een vergoeding voor gezamenlijke uitgaven in een huishouden huur of hypotheek, energie en abonnementen (internet). Door het betalen van kostgeld leert een kind dat levensonderhoud geld kost.
Kijk voor tips, bijvoorbeeld het bepalen van de hoogte van het kostgeld, op de site van het Nibud: www.Nibud.nl
Feiten en cijfers:
- De gemiddelde leeftijd waarop jongeren het ouderlijk huis verlaten en zelfstandig gaan wonen is tussen 2006 en 2016 gestegen van 23,6 jaar naar 24,6 jaar.
- Zowel jongere als oudere adolescenten gaan later op zichzelf wonen. In 2006 woonde 85 procent van de 18-jarigen thuis en dat is gegroeid naar 88 procent in 2016. Onder de 24-jarigen steeg het percentage thuiswonenden in deze periode van 32 naar 36 procent.
- In 2006 telde Nederland 951 duizend jongeren van 18 tot en met 30 jaar die bij hun ouders woonden. Deze groep is per saldo met 143 duizend personen gegroeid tot bijna 1,1 miljoen.
- Jonge mannen blijven langer thuis wonen dan jonge vrouwen. Het gaat om een relatief klein verschil bij 18-jarigen, maar dit wordt groter naarmate de leeftijd oploopt. Van de 24-jarige jonge mannen woont 45 procent nog thuis, tegen 28 procent bij de jonge vrouwen.
- Jongeren die uit huis gaan, gaan vaak alleen wonen. Veel vaker dan 20 jaar geleden, toen meer jongeren gingen samenwonen.
Bron: CBS juli 2016